Mijn zoontje en ik zijn een gezin en we zijn nu, net zoals alle gezinnen, dag in, dag uit, samen. Het is heel makkelijk om jezelf te verliezen in allerlei irritaties en oordelen. Mijn zoontje zou eigenlijk meer aan school moeten werken, hij zou eigenlijk meer moeten lezen en minder moeten gamen. Ik heb weinig zicht op zijn schoolprestaties; ik weet niet of het ‘normaal’ is dat hij een rekensom wel of niet weet. Ik kan het niet vergelijken met de anderen in de klas zoals de juf of meester dat doet. Ik wil niet dat hij achterstanden oploopt. Vanuit mijn referentiekader vind ik dat hij er alles uit moet halen wat erin zit. Dat is mijn overtuiging, de overtuiging die ik door de jaren heen heb gecreëerd. Leren en jezelf ontwikkelen is belangrijk. Aan deze overtuiging van mij heeft mijn zoontje geen boodschap. Een kind leeft in het nu en nu is gamen voor hem veel aantrekkelijker dan school.
Mezelf verliezen in irritaties gaat zo vanzelf omdat ik vind dat het anders moet of hoort. Voor ik het weet is de sfeer in huis niet optimaal. Dan herinner ik mezelf eraan wat echt belangrijk is. Wat echt belangrijk is dat ik heel veel van mijn zoontje hou en dat ik hem onvoorwaardelijk steun. ‘Mens zijn’ draait niet alleen om prestaties maar ook of je een goed, sterk en warm persoon bent. Wellicht kampen leerlingen straks met een achterstand wat betreft hun leerprestaties, maar de kinderen nu kunnen wel hele belangrijke levenslessen meekrijgen zoals: niets is vanzelfsprekend, een les in geduld en ze leren dat we hier samen doorheen komen. Dit is niet in rapportcijfers uit te drukken, maar wel belangrijk om straks sterk in het leven te staan.
Mijn zoontje en ik leven in een ‘mini-gezin’ en we horen bij elkaar. Vanaf jongs af aan zeggen we dit op een speelse manier tegen elkaar. We geven elkaar een knuffel en zingen dan (al springend) hardop: ‘we horen bij elkaar, we horen bij elkaar, we horen bij elkaar’. Hoe dit ontstaan is, weet ik niet meer maar het geeft ons een blij gevoel, een gevoel dat we verbonden zijn (sinds een aantal maanden hoort ons hondje er ook bij). Het is makkelijk om dit te vergeten, om dit als vanzelfsprekend te zien. Om dit te voelen moet je een moment de tijd te nemen. De hele dag door leven we samen, maar veel van wat we denken en voelen blijft stil en houden we voor onszelf. Veel zeggen we niet hardop. Soms kan het heel prettig zijn om de dingen even hardop te zeggen.
In truth we talk only to ourselves, but sometimes we talk loud enough that others may hear us. Kahlil Gibran
Zo liep ik vanochtend op het strand al denkende over waar mijn blog deze week over zou gaan. Het zinnetje ‘we horen bij elkaar’ kwam steeds terug. Ik liep alleen en in de verte zag ik regenwolken, bij mij scheen de zon, de kleuren van een regenboog lichtten op in de zee. Ik voelde de kou, de ruimte, het licht van de zon. ‘We horen bij elkaar’, zei ik een aantal keer hardop. Dit alles hoort bij elkaar. De regen, de zon. De wind en de golven. De wolken die komen en gaan en de oneindigheid van de ruimte. Door dit zo hardop te zeggen, voelde ik me heel erg dankbaar voor de mooie zee, de luchten en de zon.
Wij mensen horen bij elkaar; de mensen die je begrijpen en je ondersteunen. De mensen met wie je moeite hebt. Alles wat we meemaken hoort bij elkaar. Het palet aan basisemoties: boosheid, verdriet, blijheid en angst kleuren onze levens in. Je kan het vergelijken met het inkleuren van een schilderij waarbij soms ook wat donkere kleuren nodig zijn om accenten te leggen, om de lichte kleuren er beter uit te laten komen. Alle kleuren horen bij elkaar en maken het schilderij, het schilderij. Welke kleuren staan bij jou op dit moment op de voorgrond? In het grote plaatje zien we dat de kleuren boosheid, verdriet en angst een grote rol spelen. Boos op de maatregelen, verdriet om de mensen die we verliezen en angst voor wat ons te wachten staat. Dit heeft ook onlosmakelijk invloed op ons stukje op het schilderij. We hebben niet altijd invloed op hoe het schilderij wordt ingekleurd, we hebben er geen controle op. Hoe we het schilderij zien, kunnen we ons wel bewust van zijn. We hoeven onszelf niet te verliezen in de kleuren, in het schilderij, maar kunnen we ernaar kijken? Kunnen we het zien als geheel? Kunnen we zien dat alles bij elkaar hoort?
Weekopdracht Ga het experiment eens aan deze week en zeg elke dag hardop: ‘we horen bij elkaar’. Zeg het tegen de mensen om je heen, zeg het in je huis (alles in het huis hoort bij elkaar), zeg het buiten als je alleen bent. Hoe voelt dat om te zeggen? Lach er gerust even om. We horen bij elkaar.
Comentários